Solfataren en zwemmen

Zondag 6 juli Vanmorgen stapte ik uit het houten huis naar buiten waar onze kamer is. Er was een bepaald gevormd dakje boven mijn hoofd, het was droog, er waaide een windje en ik had uitzicht op bergen en water. In een flits een déjà vu gevoel:
Åseral. (Ik was toen geloof ik 8 jaar)
Ontbijt in de golfclub, inpakken en op pad. Tanken, het ergste vuil van de auto wassen en boodschappen inslaan bij tankstation.
We rijden eerst een flink stuk in het binnenland door wisselend landschap. Langs diepe kloven met watervallen en snelstromende rivieren. Hooggebergte. Kraters. Sneeuw. Hoogvlakte. Stukken met alleen maar lava. (Daar is zelfs door de eerste astronauten geoefend. Ik kan het me indenken) Het gebied waar we nu zijn is geothermisch. Het grond dus.
We stoppen uiteindelijk bij de elektrische centrale van Krafla. Daar bezoeken we eerst een informatiecentrum zodat we weten wat we buiten te zien krijgen. . Simpel gezegd met behulp van hete stoom wordt een turbine in werking, waarmee een generator wordt aangedreven en voilà elektriciteit. Die hele hete stoom bereikt men door pijpen te boren tot in de magmalaag die hier dicht onder de aardoppervlakte ligt. Tot 1984 was het Krafla-systeem, een vulkaan met kilometers lange spleetzones waarlangs de opstijgende magma kan ontsnappen, nog actief.
Na Krafla een klein stukje verder rijden naar het solfatarengebied van Leirhnjúkur. Solfataren zijn gaten in de bodem waaruit stoom met mineralen ontsnapt. De mineralen worden afgezet rondom de gaten. Hier moeten we overigens voor het eerst in IJsland toegang betalen om een natuurwonder te zien. Naast de solfataren is er ook een goed uitzicht op lava van de eruptie in 1984. Tussen de lava ontsnapt ook stoom, volgens Jolande lijkt het wel een plaatje van de hel. Na een rondwandeling van een uurtje rijden we door naar de krater Viti. In de krater, die is ontstaan in 1729, is nu een meer. We baggeren een stukje langs de rand. Hierna naar een volgend solfatarenveld. Ondertussen regent het weer eens en we besluiten dit veld, met kokende modderbronnen, vanuit de auto te bekijken. Via weg 1 rijden we verder naar Myvatn (muggenmeer). Hier is onder andere een natuurbad, een warm blauw meer. Niet de bekende blue lagoon, maar het lijkt er heel veel op. Zelfs Jolande gaat zwemmen in dit lekkere warme water, soms zelfs heet! Het water schijnt goed te zijn voor de huid, dat is mooi meegenomen :).
Helemaal schoon rijden we door naar Reykjahlíõ waar we een kerkje bezoeken. Een modern kerkje in oude stijl, maar wel met een ontmoetingsruimte geïntegreerd. Nu verder naar Laugar waar ons hotel voor de komende dagen staat. Het (b)lijkt een school te zijn die tijdens de zomervakantie als hotel in gebruik is. We hebben een ruime kamer in een bijgebouw. In het restaurant (kantine) eten we een hapje. Het personeel bestaat volgens ons uit studenten die vriendelijk zijn, hard hun best doen, maar wel eens een steekje laten vallen. Dat mag de pret niet drukken. Ondertussen bestuderen we folders van walvistochten. We zijn van plan morgen zo'n tocht te maken.

Jolande en Hans.